Transfers inbranden |
Pas wanneer de transfer en het substraat goed droog zijn kan deze worden gebrand. De inbrandtemperatuur kan erg verschillend zijn en hangt af van het substraat wat gedecoreerd wordt.
Transfers zijn veelal speciaal gemaakt voor het substraat wat gedecoreerd moet worden. Een glastransfer bijvoorbeeld versmelt bij een relatief lage temperatuur.
Als deze transfer op een harde glazuur wordt geplakt (bijv. op een porseleinen mok) heeft deze niet dezelfde resistentie als een transfer speciaal voor dit doel gemaakt. Een groot verschil in de uitzettingscoëfficient (WAK-waarde) van de verfstof en het substraat kan ook een oorzaak zijn van inbrandfouten.
Glastransfers worden nog al eens gebruikt op keramiek en op dezelfde temperatuur gebrand als men met glas zou doen. Dit is om verschillende redenen niet altijd mogelijk maar kan heel handig zijn wanneer exact hetzelfde motief in dezelfde kleur op zowel glas als op keramiek wordt gebruikt. Bedenk dat niet al het glas hetzelfde is. Er zijn zelfs veel verschillende soorten glas, zoals loodkristal, borosilicaat (hard glas) en persglas (kalkglas, pyrex). Evenzo zijn er ook verschillende soorten keramiek, bijvoorbeeld steengoed en porselein.
De inbrandtemperatuur voor glastransfers ligt grofweg tussen 570°- 620° Celsius. De feitelijke temperatuur hangt af van een groot aantal variabelen; de tijd dat de piektemperatuur wordt vastgehouden, de dikte en samenstelling van het glas en de chemische samenstelling van de transfer zijn enkele van deze variabelen.
De hoge temperaturen en daardoor het gebruik van anorganische verfstoffen limiteren het kleurenpallet sterk.Er wordt immers met metaaloxyden gedrukt en niet alle kleuren zijn haalbaar. Door jarenlange ervaring worden de meeste PMS-kleuren (Pantone Matching System) zeer dicht benaderd. U wordt altijd vooraf ingelicht over de haalbaarheid. Er zijn een hoop kleuren mogelijk, goud en zilver inbegrepen. Wij zijn graag bereid u te informeren.
Bij de keuze van de PMS-waarden moet u uitgaan van de "coated" versies (geen "uncoated" dus!). Bijvoorbeeld pms 295c en geen pms 295u.
Ventilatie is zeer belangrijk voor een goed resultaat met de transferbrand, vooral voor een goede kleurontwikkeling !
Onder optimale omstandigheden zal de brandcyclus tot 400ºC langzaam zijn en goed geventileerd. Tussen het opstarten van de oven en het bereiken van de 400°C zal het organische verfmedium en afdeklak wegbranden en de anorganische kleurpigmenten achterlaten. Deze zullen later versmelten met de glazuur.
Tot aan deze temperatuur kan de ovendeur een paar centimeter open blijven evenals eventueel aanwezige kijkgaten. Zo wordt het organische materiaal eruit geventileerd en kan frisse lucht circuleren in de oven. Als de temperatuur 400ºC heeft bereikt kunnen deur en kijkgaten worden gesloten, niettemin kunnen kleine openingen in kleine krappe ovens gedurende de hele cyclus geopend blijven.
N.B.: Transfers bevatten een grote hoeveelheid organisch materiaal en dit zorgt bij verbranding voor sterk ruikende dampen.
Omdat de kleuren van de decoratie zo makkelijk zijn te beïnvloeden door de glazuur en de hoeveelheid hitte die ze krijgen raden we aan eerst een aantal testen uit te voeren om de ideale brandtemperatuur te vinden.
Begin met het branden van enkele stuks. Om goed materiaal te behouden is het aan te raden om hiervoor b-keus te gebruiken. Als de resultaten positief zijn kan een tweede test worden gedaan met een dozijn eerste kwaliteit product.
Mochten zich problemen voordoen bij deze testen neem dan onmiddellijk contact met ons op. Om de juiste oorzaak van het probleem te achterhalen is het noodzakelijk dat u ons een voorbeeld toestuurt met het probleem daarop zichtbaar .
Wij achten ons niet aansprakelijk voor verlies van goed materiaal daar behoorlijk testen materiaalverlies voorkomt.
Circa 5° Celsius per minuut is het veiligst en dit tempo kan kleine fouten bij de applicatie van de transfers compenseren.Een hoger tempo van branden is mogelijk wanneer de verflaag van de transfer dun is en de applicatie perfect.
Een goed gebrand decor heeft een goede kleuropdracht en glans en is vrij van onvolkomenheden.
Transfers die te laag of te hoog zijn ingebrand kunnen het volgende probleem vertonen:
vervaagde kleuren (te hoog)
kleurverandering (te laag of te hoog)
decor is ‘afkrabbaar’ (te laag)
decor ziet er dof uit (te laag)
Witte- of open plekken of afgesprongen delen van het decor hebben meestal te maken met de applicatie, niet het branden.
Een aantal veel voorkomende problemen en oplossingen vindt u hier
Bepaalde kleuren bij keramische verfstoffen zijn lood- of cadmiumhoudend. Om deze reden bestaat het decor op etensborden meestal alleen uit een rand. Het snijvlak van het mes (dat in het bord "krast") wordt zo vermeden.
Dit kan van belang zijn bij de export van servies naar de Verenigde Staten.
Er is een kleurenpallet bestaande uit loodvrije verfstoffen. Dit is echter nog beperkter en er zijn vooralsnog geen felle kleuren mogelijk
Keramische verfstoffen zijn resistent volgens de DIN 51031/32 als de loodafgifte geringer is dan 0.8 mg PB/dm² en de cadmiumafgifte geringer is dan 0,07 mg Cd/dm². De verfstoffen voor glas beantwoorden in het algemeen niet aan de hoge eisen van de DIN 51031/32.
Dit mag de verwerker van de producten niet weerhouden van het testen van gebrande decoren, daar de afgifte van schadelijke stoffen in grote mate afhankelijk is van de glazuur, inbrandomstandigheden en de verflaagdikte. Als bijvoorbeeld laagbranddecoren niet behoorlijk worden gebrand kan een onacceptabel hoge metaalemissie het gevolg zijn. Wij kunnen hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden. Wanneer de transfers worden gebruikt op aardewerk en/of porselein dat in aanraking komt met voedingsmiddelen adviseren wij u om de producten te laten testen bij TNO.
Een verklaring van gebeurtenissen gedurende een transferbrandcyclus:
35-95° C
De transfer wordt thermoplastisch en zet zich naar de structuur van de glazuur.
100° C
Eventueel vocht onder de transfer kookt weg (18g vloeibaar water ontwikkelt zich tot 22,4 liter waterdamp). In deze fase kunnen dan ook de ‘pinholes’ en ‘blowouts’ ontstaan; de zogenaamde gaatjes en gaten in de gebrande transfer.
250-400° C
Het organische verfmedium en afdeklak verbrandt. Ventilatie is in deze fase zeer belangrijk om zeker te zijn dat de organische dampen uit de oven verdwijnen.
400-565° C
Er gebeurt niets maar turbulentie van de lucht moet tot een minimum beperkt zijn omdat alleen het pigment en fluxpoeders resteren op het glazuuroppervlak.
565° C +
Vitrificatie/ verglazing begint. Fluxen beginnen te verglazen terwijl ze smelten. Glastransfers worden gemaakt met een lage temperatuur flux. Deze verglaast eerder dan de keramische transfers.